Belasting spaartegoeden box 3
In de media is veel te doen over de ontwikkelingen inzake de belasting over spaartegoeden in Box3. U zult er vast wat van hebben meegekregen.
Wat is er aan de hand?
De Hoge Raad heeft eind 2021 een uitspraak gedaan inzake de belastingheffing in Box3. De Hoge Raad gaf aan dat heffing over spaargeld, waarover geen rente wordt ontvangen, in strijd is met de wet. Een klein percentage spaarders had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen 2017 en 2018. De Hoge Raad vond dat zij gecompenseerd diende te worden. Deze uitspraak was wel verrassend omdat eerdere procedures over 2015-2016 werden verloren.
Het overgrote deel van de belastingplichtigen (lees: 96%) had geen bezwaar gemaakt. Deze grote groep van niet-bezwaarmakers heeft nog één mogelijkheid en dat is een verzoek doen tot een zogenaamde ‘ambtshalve vermindering’. Dat verzoek dient voor het belastingjaar 2017 uiterlijk voor 31 december 2022 te worden ingediend. U begrijpt dat de Belastingdienst inmiddels is overspoeld met dit soort verzoeken.
Daardoor heeft de Staatssecretaris van Financiën, samen met bepaalde belangenorganisaties, besloten om voor alle belastingplichtigen enkele rechtsvragen voor te leggen aan de rechter. Mocht de rechter alsnog besluiten dat de correctie alsnog van toepassing is op deze grote groep, dan geldt dat voor iedereen; dus ook voor de mensen die geen bezwaar hadden gemaakt , en ongeacht of er een verzoek tot ambtshalve vermindering is ingediend of niet.
DUS, u hoeft niets te doen. Wij houden u op de hoogte inzake de uitspraak van de rechter.